Eenzaamheid oplossen met een huisdier, is dat een goed idee? Ieder mens heeft behoefte aan verbinding. Met jezelf, met een intieme ander, met vrienden, met de wereld. Maar een dier?
Wie wil je zijn?
Ieder mens heeft behoefte aan verbinding, met jezelf, met een intieme ander, met vrienden, met de wereld. Niet op elk moment kan elke behoefte worden vervuld. Behoeften veranderen bovendien in de loop van je leven. Maar op het moment dat je dat gevoel van eenzaamheid ervaart kun je er donder op zeggen dat er een gat zit in één van die gebieden waar jouw persoonlijke behoeften liggen.
Het heeft op dat moment totaal geen zin je af te vragen wat voor soort eenzaamheid jou plaagt. Waar het om gaat is: welke behoefte heb je, kun je die vervullen, zo ja, hoe dan en zo nee, wat kun je dan doen om het tot werkelijkheid te maken. En als dat vervullen van die specifieke behoefte niet mogelijk is, wat kun je dan doen op andere gebieden waardoor je je gelukkiger gaat voelen met de relaties die je hebt.
Antropomorfisme
Het is een gegeven dat mensen die zich langer eenzaam voelen, dieren meer als mensen gaan zien. De relatie met een kat of met een hond blijkt anders te zijn voor mensen die zich niet eenzaam voelen. Het lijkt er op dat mensen soms hun behoefte aan verbonden zijn proberen te stillen met het houden van een huisdier.
Daarbij wordt dat huisdier steeds meer als een mens gezien en ook zo behandeld. Er worden eigenschappen aan toegeschreven die wel erg menselijk zijn. Dat heet antropomorfisme. Je kunt voorspellen dat veel mensen hun behoefte aan verbondenheid gaan bevredigen met een huisdier als een kat of een hond. Een hond is makkelijk, die vindt alles wat je doet prima. En mensen zijn griezelig en eng.
Tijdens de eerste maanden van de corona epidemie zag je inderdaad een enorme toename van de vraag naar huisdieren. De asielen kregen de honden niet aangesleept. Dierenasiels waren leeg, een ongekende situatie. Uit het buitenland stagneerde de toevoer, veel mensen wilden een hond en zetten oproepen op facebook dat ze op zoek waren naar een pup.
Huidhonger
Wie lang geen contact heeft met anderen, moet aanraking missen. Daardoor wordt oxytocine bij hen niet aangemaakt door aanraking. Nu zou het een leuk idee zijn om dan gewoon maar een beetje mensen te gaan aanraken. Als er daardoor oxytocine wordt aangemaakt zul je je fijner voelen, zou je denken. Misschien is het zelfs daardoor leuk relaties aan te gaan.
Er zijn inderdaad mensen die denken dat dat werkt en die aanbieden ‘de eenzamen’ gratis knuffels te geven. Of ze adviseren mensen die zich erg eenzaam voelen een massage te nemen. Goed bedoeld, zonder enige twijfel, maar wat gebeurt er in werkelijkheid?
Aanraking is eng, in elk geval van vreemden
Chronische eenzaamheid is chronische stress, dat weten we nu wel. Het gevolg is dat mensen op hun hoede zijn in nabijheid van anderen. Dat is een natuurlijk proces dat volstrekt niet bewust plaats vindt. Als je mensen er naar vraagt zullen ze misschien wel verontwaardigd zeggen dat het niet waar is. Wel dus. Die constante stress zorgt ervoor dat de oxytocine-productie is ontregeld, dus dat aanraking, zelfs door bekenden en geliefden, een vrij zwak rustgevend en ‘liefde-opwekkend’ effect heeft.
Maar als het gaat om onbekenden die je willen aanraken, dan kan het systeem van verontrusting en vrees extra actief worden en dan kan de aanwezige oxytocine zelfs het tegengestelde effect hebben: afweer en zelfs boosheid en agressie.
Knuffelen is fijn.. of niet?
Hoewel aanraking en knuffelen dus in normale omstandigheden fijn zijn en de band versterken, is het voor mensen die zich lang eenzaam voelen minder effectief. Hun lichaam reageert minder enthousiast op aanraking en een aanraking of omhelzing door vreemden kan bijzonder bedreigend en onaangenaam voelen. Mocht er nu een belletje gaan rinkelen en het woord ‘autisme’ bij je naar boven komen, dan klopt dat. Een gebrek aan oxytocine wordt wel gezien als de oorzaak van het gebrek aan oogcontact en binding die gepaard gaan met vormen van autisme.
En inderdaad is het vermijdende gedrag van mensen met chronische eenzaamheid iets wat daar sterk aan doet denken. Maar in beide gevallen is het, zoals altijd, ingewikkelder dan je zou wensen. Net zo min als autisme is te ‘genezen’ met spuitjes oxytocine – hoewel er wel proeven mee gedaan zijn die veelbelovend leken – is dat met chronische eenzaamheid het geval.
Mens is geen zachte machine
Het is op zich natuurlijk een beetje vreemd dat je uit een zo complex systeem dat een mens nu eenmaal vormt, één ding zou kunnen pakken en dan denken dat je daarmee alles kunt verklaren. Oxytocine werkt natuurlijk niet op zichzelf staand, maar in een omgeving waar veel meer aan de hand is. Bovendien moet het lichaam er ook iets mee kunnen doen.
Het gaat niet alleen om productie van een stofje, maar ook om de vraag of het lichaam ermee aan de slag kan en wat er aan andere stoffen worden geproduceerd die een ondersteunend of misschien wel een blokkerend effect hebben. Hoewel er in bijvoorbeeld China en Amerika stevig onderzoek plaats vindt naar hoe we eenzaamheid chemisch kunnen aanpakken, staat dat onderzoek nog in de kinderschoenen. Zoals het er n naar uitziet is een eventuele pil werkzaam omdat het angst afremt. Of dat mensen die bang, achterdochtig, minder cognitief alert, zal helpen?
Alternatieve bronnen van oxytocine
Oxytocine wordt overigens niet alleen aangemaakt door aanraking, maar ook door allerlei andere zintuiglijke ervaringen. Zo kun je je concentreren op bepaalde zintuiglijke ervaringen en op die manier oxytocine opwekken. Mindfulness wordt hier wel voor gepromoot. Maar ook dan zal je basis-emotie goed en positief moeten zijn, anders wordt het niks. En juist die basis-emotie, die is bij chronische eenzaamheid het probleem.
Heerlijk zacht vachtje…
Er zijn een paar dingen die wel heel goed helpen om oxytocine op te wekken en je ook een goed gevoel te geven, al lost het de eenzaamheid niet op. Dieren aaien is net zo effectief als mensen aaien als het gaat om opwekken van oxytocine en het bijbehorende fijne gevoel te krijgen. Je eigen kat of hond aaien en knuffelen is daarom wel degelijk werkzaam: er is groot vertrouwen en dat is je basis-emotie. Je oxytocineniveaus veranderen weer, dat voelt goed, maar het heeft natuurlijk dan niet het effect dat je een band met mensen aangaat.
Datzelfde geldt voor de andere bekende manier om oxytocine op te wekken, namelijk door te eten. Bij eten is het effect wat minder, je moet dus stevig dooreten als je meer oxytocine wilt hebben. Als je dat te lang doet word je weer ontevreden over je uiterlijk, je voelt je schuldig dat je te veel eet en zo wordt het effect op je humeur weer teniet gedaan. En ook hier helpt de extra oxytocine niet om je verbinding met anderen te herstellen.
Niet iedereen is in staat relaties aan te gaan met andere mensen. Laten we daarin helder zijn. Voor wie dat echt niet kan is het hebben van een huisdier vaak een fantastische ervaring. Mensen met een geestelijke beperking kunnen vaak gebruikmaken van voorzieningen die het mogelijk maken dat ze met dieren omgaan en knuffelen. Je hoort ook wel dat voor mensen met autisme dat wordt aangeraden. Dat is een zo algemene uitspraak dat die met een grote korrel zout genomen moet worden. Eigenlijk gaat voor mensen op: contact met mensen is nodig, dus dat zou eerste keus moeten zijn.
Samenvattend
Ieder mens zoekt naar het aangaan van relaties, dat is onze default-stand. Kan dat niet met mensen, dan doen we dat met iets anders. Een dier is dan een goede tweede keus. Feel-good hormoon als oxytocine wordt aangemaakt, bij zowel mens als dier, als we ons huisdier aaien, dus het maakt beiden gelukkiger. Het grote nadeel is dat onze hersenen, die zich bij voorkeur bezighouden met de enorm complexe sociale wereld van de mensen, niet wordt geoefend.
Als we dus een huisdier kiezen is dat fantastisch, het is voor beide partijen een verrijking. Gaat dat ten koste van onze relaties met mensen, dan worden we sociaal minder sterk. Voor ons sociale brein geldt: use it or lose it.