Meer weten over de eenzaamheidstest

De Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst (ook wel: diagnostische eenzaamheidstest, of zelftest eenzaamheid genoemd) is speciaal gemaakt voor de praktijk.

Eenzaamheid Informatie Centrum achtergrond en verantwoording eenzaamheidstest

Eenzaamheidstest, zelftest eenzaamheid, oftewel…

De Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst (ook wel: diagnostische eenzaamheidstest, of zelftest eenzaamheid genoemd) is speciaal gemaakt voor diagnostiek in de praktijk. Om voor jezelf een indicatie te hebben van hoe je ervoor staat qua eenzaamheid. Om voor hulpverleners een snel instrument te hebben op basis waarvan zij hun hulp eenvoudig kunnen instellen. Niet alleen meet het je eenzaamheid, het geeft je ook een indicatie van wat er nodig is om er wat aan te doen. Afhankelijk van je antwoorden kan het zijn dat je eenzaamheid niet eens zo enorm groot is, maar dat het toch slim is om hulp in te roepen.

Andersom kan het best zo zijn dat je eenzaamheid aan de hoge kant is, maar dat de kans groot is dat je daar op eigen kracht weer uit komt. De test is volstrekt anoniem. Er worden geen gegevens verzameld en geen e mailadres. Je krijgt daarom de uitslag ook niet thuis. De uitslag is direct op je scherm te zien, en verder nergens. 

Je zou deze test kunnen zien als een uitgebreide versie van de bekende ‘eenzaamheidsschaal’ van De Jong-Gierveld en Van Tilburg. Maar dan nu gemaakt om te bepalen welke soort hulp de meeste kans van slagen heeft. De Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst geeft behalve een individuele eenzaamheidsscore ook een vitaliteitsscore en een aanbeveling voor verdere hulp, als uit de gegeven antwoorden blijkt dat daar aanleiding voor is.

Eenzaamheid meten

Eenzaamheid kunnen we (nog) niet meten door iemands hersenen te bekijken. Toch zijn er redenen om te willen weten hoe het is gesteld met eenzaamheid bij mensen. Daarvoor maken we gebruik van meetinstrumenten. Bij het meten van eenzaamheid gebruiken we het instrument vragenlijsten die op papier of digitaal kunnen worden ingevuld. Welke specifieke vragenlijst je gebruikt is afhankelijk van het doel dat je wilt bereiken en van je visie op eenzaamheid. 

Doelen

De meeste meetinstrumenten voor eenzaamheid worden ontwikkeld om te gebruiken in wetenschappelijk onderzoek. Om bijvoorbeeld te onderzoeken of eenzaamheid samenhangt met Facebookgebruik, moet je je proefpersonen kunnen vergelijken. Dat is waar de meeste tests voor worden gebruikt.

Prevalentie

  • Een doel is bijvoorbeeld om te onderzoeken welk percentage van de bevolking zich te vaak eenzaam voelt en hoe de regionale verschillen zijn. Je meet dan steekproefsgewijs met behulp van vragenlijsten hoe het ermee staat in een bepaalde regio. (Je meet de prevalentie).

Om te meten hoe veel mensen zich eenzaam voelen (prevalentie) is in Nederland veel gebruik gemaakt van de zg. eenzaamheidsschaal, ook wel gemis-intensiteitsschaal genoemd. Dit is een meetinstrument dat is ontwikkeld in Nederland door De Jong-Gierveld en Van Tilburg, om erachter te komen hoeveel mensen zich eenzaam voelen. Het is dus niet bedoeld om te meten ‘hoe eenzaam iemand is’. Uitgangspunt is dat men eenzaamheid beschouwt als ‘het ervaren verschil tussen aanwezige en gewenste contacten’. Zo weten we dat in Nederland ca. 40% van alle mensen dat gemis te vaak voelt en dat ca. 10% zich ernstig eenzaam voelt. 

Individuele eenzaamheid

  • Een ander doel van meting is dat je nagaat hoe het met iemand zelf is gesteld. Je kunt dan onderzoeken in welke mate iemand zich eenzaam voelt. Door dezelfde vragen te stellen kun je vergelijken hoe iemand ervoor staat in verhouding tot anderen. (Je meet de subjectieve eenzaamheid).

Een wetenschappelijk verantwoord instrument dat wereldwijd hiervoor veel wordt gebruikt is de UCLA (University of California, Los Angeles) loneliness scale. Dit meetinstrument is bedoeld om te meten hoe sterk eenzaam iemand zich voelt. Het is dus bedoeld om de subjectieve eenzaamheid te meten.

Om de subjectieve eenzaamheid bij kinderen te meten is in België sinds 1990 de Leuvense eenzaamheidsschaal voor kinderen en jeugdigen, van Marcoen en Goossens, in gebruik. In Leuven, maar ook in Nijmegen wordt deze veel gebruikt bij onderzoek.

Diagnostiek / hulpverlening

  • Een bijzondere vorm van meten is nagaan hoe het is gesteld met iemands eenzaamheid, met toevoeging van bijzondere vragen die je op het spoor brengen van de oorzaak en dus ook van een mogelijke aanpak. Dan praat je dus over een diagnostische vragenlijst. Dat kan nu met de Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst, zoals die is ontwikkeld door Jeannette Rijks voor de praktijk van de hulpverlening.

Visie

De visie op eenzaamheid bepaalt hoe je eenzaamheid denkt te kunnen meten. Als je eenzaamheid ziet als een gevolg van andere problematiek (een visie die in de DSM doorklinkt), dan vind je het misschien niet eens nodig eenzaamheid apart te meten, dan kan het namelijk een gevolg zijn van een ander probleem dat je wel hebt gemeten.  

Als je denkt dat mensen eenzaamheid als een enorm taboe beschouwen zul je het woord ‘eenzaamheid’ niet in je vragenlijst willen gebruiken, omdat dan de kans erg groot is dat mensen een sociaal wenselijk antwoord geven. Je vraagt dan als het ware ‘om het probleem heen’. Dit is een gebruikelijke vorm bij het maken van vragenlijsten binnen de sociale wetenschappen.

Menselijk probleem

Als je denkt dat eenzaamheid een ouderenprobleem is (een visie die nog sterk heerst in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten) kan het zijn dat je andere vragen stelt dan wanneer je ook jongeren wilt aanspreken, omdat je bij het bedenken van je vragen de leefwereld van een oudere voor ogen hebt. 

Als je denkt dat eenzaamheid een gevolg is van een basaal tekort in relaties (zoals mijn uitgangspunt is) en je bent er op uit om iemand die twijfelt aan de ernst van de eigen eenzaamheid houvast te geven, dan kom je bij een andere vragenlijst uit. In mijn visie heeft hulp bij eenzaamheid alleen zin als iemand beseft dat eenzaamheid het probleem is. Daarom is het niet nodig het woord ‘eenzaamheid’ te vermijden in de vragenlijst. Sterker nog, het wordt bewust wel gebruikt.  

Over de Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst

Uitgangspunt is deze definitie van eenzaamheid:

Eenzaamheid is het fysiek ervaren tekort in patronen van verbinding met andere mensen (Rijks, 2004)

Doel van de diagnostische vragenlijst was de persoon zelf inzicht te geven in de huidige situatie, door de ervaren eenzaamheid te vergelijken met die van anderen. Bovendien moest deze vragenlijst een indicatie geven van de kans op herstel. Die kans op herstel wordt in grote mate bepaald door deze zaken: het ontstaan en de ernst van de eenzaamheid en de mate van hoop op verbetering die de persoon koestert. De eerste twee zaken geven inzicht in de omvang van de problematiek van eenzaamheid, de tweede is een sterke voorspeller van succes van therapie. Ten slotte moest de vragenlijst de persoon een indicatie geven van mogelijke oplossingsrichtingen. Zo leidde dat tot een set vragen die:

  1. inzicht geven in de mate van eenzaamheid,
  2. in de mate van vitaliteit en
  3. in mogelijke factoren die van invloed zijn op de ernst van de (gevolgen van) eenzaamheid.

De Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst is ontstaan vanuit de eerder genoemde vragenlijst van De Jong-Gierveld. Deze lijst is aangepast en aangevuld om aan de hierboven gestelde eisen te voldoen. De aanpassing bestond uit het opnemen van het woord ‘eenzaamheid’, uit het anders verwoorden van enkele vragen, zodat ze minder gedateerd klinken en uit het wijzigen van de volgorde, om aan te sluiten bij de overige, nieuw toegevoegde vragen en uiteraard om aan de eisen van een goede vragenlijst te voldoen.  

De basis voor de weging is afgeleid van deze vragenlijst die tussen 2011 en 2012 online gepubliceerd is geweest door de Stichting Eenzaamheid.info en die door meer dan 11000 mensen is ingevuld. De oorspronkelijk gebruikte vragenlijst is in de loop van de jaren gemodificeerd. 

Vindbaarheid

De Diagnostische Eenzaamheid Vragenlijst is te vinden op de website van Faktor5 en op de website van Eenzaamheid Informatie Centrum. Gebruik deze url voor het plaatsen van een link naar de test:

https://faktor5.nl/doe-de-eenzaamheidstest/

Veiligheid

Op internet een vragenlijst invullen brengt altijd risico’s met zich mee. Het is vaak niet te zien, maar meestal is de persoon die een test online invult tot in het eigen huis te traceren. Vaak verzamelen websites bovendien de gegevens van bezoekers, waardoor ook externe partijen (denk aan Facebook en Google) kunnen zien wie wat invult. Zo komen uiterst persoonlijke gegevens ‘op straat’ te liggen. 

Voor de Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst wilde ik onder geen voorwaarde dat dit zou gebeuren. Daarom staat de test in een afgeschermde omgeving, worden er geen e-mailadressen verzameld en geen persoonlijke gegevens opgeslagen of elders verwerkt. De uitslag is daarom uitsluitend op het scherm te zien, en als PDF te downloaden

Aanbeveling

De diagnostische test geeft inzicht in de meest aangewezen vorm van hulp. Dit advies wordt tegelijkertijd met de testuitslag aangeboden. Zo heeft de persoon zelf meteen een indicatie van de stappen die het meest waarschijnlijk tot een succesvolle aanpak van eenzaamheid leiden. De Specialist Eenzaamheid, die is opgeleid om de test goed te kunnen interpreteren, kan op basis van de uitslag nauwkeurig inschatten welke specifieke vorm van hulp in dit geval gebruikt kan worden. 

De Diagnostische Eenzaamheidsvragenlijst kan daarom uitstekend in de plaats komen van  een intakegesprek

Wie meer wil weten over het gebruik of achtergronden is hierbij van harte uitgenodigd contact op te nemen. 

Jeannette Rijks, januari 2020

Jeannette Rijks

Jeannette Rijks

Jeannette Rijks is pionier in de aanpak van eenzaamheid. Zij ontwikkelde een zeer succesvolle methodiek voor de aanpak van langdurige eenzaamheid, die op TV te zien is geweest. Ook schreef zij boeken over eenzaamheid en maakte zij de online eenzaamheidstest waarmee iedereen anoniem de eigen eenzaamheid kan meten. Met haar trainingsbedrijf, Faktor5, verzorgt zij deskundigheidsbevordering voor professionals. Want, zoals ze zelf zegt:’het kan wél!’.

Sponsored content