Als er iets is dat vaak wordt gezien als een probleem voor mensen die zich eenzaam voelen, dan is dat het gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden.
Eenzaamheid en omgeving
Als er iets is dat vaak wordt gezien als een probleem voor mensen die zich eenzaam voelen, dan is dat het gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden. Je hoort vaak dat er niet genoeg buurthuizen zijn, of dat er meer ruime moet komen in multifunctionele centra. Dat het gebrek aan dat soort ontmoetingsplekken een van de oorzaken is van eenzaamheid. Maar het ontbreken van ruimte is niet de oorzaak van eenzaamheid.
Eenzaamheid overkomt ons allemaal, maar hoe je ermee omgaat en of je in staat bent de dingen te doen die het oplossen, dat is een individuele kwestie. Wie niet heeft geleerd hoe je dat doet, of daar door omstandigheden niet toe in staat is, blijft zitten met die eenzaamheid. Ook wie het wel weet, maar weigert te doen wat nodig is, blijft last houden van eenzaamheid.
Oorzaak van chronische eenzaamheid
De oorzaak van blijvende, chronische eenzaamheid ligt in het ontbreken van competenties om omstandigheden in de persoon die zich eenzaam voelt. Competenties om relaties aan te gaan of om de juiste hulp te vinden en in te roepen. Daarmee is zeker niet gezegd dat het dus de schuld is van mensen zelf dat ze zich eenzaam voelen.
Maar is het hebben van speciale ontmoetingsruimtes ook nodig om eenzaamheid op te lossen? Los van de vraag of mensen in staat zijn er gebruik van te maken, moeten we hier even heel serieus naar kijken. Want als er ooit in de wereld een plek is geweest waar mensen elkaar eenvoudig kunnen ontmoeten, dan is het hier, in West-Europa.
Dicht op elkaar
We leven dichter op elkaar dan we ooit in de geschiedenis van de mensheid hebben gedaan. We hebben huizen waar we elkaar kunnen ontmoeten, er is openbaar vervoer, er zijn allerlei diensten voor vervoer van mensen met een beperking, dank zij subsidie en sponsoring vaak gratis, er zijn plekken te over die openbaar beschikbaar zijn. We hoeven niet kleumend van de kou op een dorpspleintje te staan dampen, er zijn plekken genoeg waar je elkaar kunt treffen.
We wonen niet in plaggenhutten, de meeste mensen kunnen wel een of meer mensen thuis ontvangen. We zijn niet afhankelijk van kroegen of dure restaurants, hoewel je daar natuurlijk ook fijn kunt zitten, zij het op een beetje afstand. Er is in ons deel van de wereld onder normale omstandigheden geen enkele belemmering om elkaar ergens te ontmoeten.
Plekken te over
Je kan elkaar in een bibliotheek ontmoeten, in stationshallen, in allerlei winkels waar je een goedkoop ontbijtje kan kopen, in wachtruimtes van congrescentra, in gemeentehuizen, in de overdekte binnenruimtes van winkelcentra, in lobby’s van hotels, in de overdekte speeltoestellen in de speeltuin, in parken, op pleinen, kerken, te veel om op te noemen.
Andere oorzaak
Het argument dat mensen meer ontmoetingsruimtes nodig hebben is op de keper beschouwd onzin. Ruimtes zat. Ontmoetingsmogelijkheden te over. Gelukkig hebben de meeste mensen bovendien hun eigen huis waar ze anderen kunnen ontvangen. Maar aan al die opties heb je niets als je de competenties mist om te doen wat nodig is om in die ruimtes anderen te ontmoeten.
Het zit hem dus niet in de omgeving, tenzij je daar geen gebruik van kunt maken. Bijvoorbeeld doordat je niet mobiel bent. De kans dat je leuk je contacten kunt onderhouden als je ziek thuis ligt is niet zo groot. Daar hebben we dan ook een risicogroep te pakken: mensen die niet of beperkt mobiel zijn.
Armoede
Armoede, ook een omgevingsfactor, is wel degelijk een omstandigheid die eenzaamheid bevordert, op meer dan één manier. In Engeland is in 2019 voor het eerst onderzoek gedaan naar hoe kinderen tussen tien en zeventien jaar eenzaamheid ervaren.[1] Bij hen met name speelt het niet mee kunnen komen met de anderen een grote rol in het ervaren van eenzaamheid. De groepsdruk onder kinderen is enorm.
Bij volwassenen is dat ook een element, maar daar speelt ook de langdurige stress die samengaat met langdurige armoede een grote rol: mensen zijn niet goed meer in staat problemen op te lossen, welk probleem dan ook. Hoewel eenzaamheid vaker voorkomt onder mensen met minder inkomen en meer problemen, is het niet zo dat iedereen die arm is ook wel eenzaam zal zijn.
Fysieke publieke ruimte
Hoe mensen hun omgeving ervaren bepaalt voor een deel hun stemming. Wie in een omgeving moet leven waar je je bedreigd voelt, waar je ‘s avonds niet over straat durft, waar geen sprietje groen is te bekennen, wordt door die omgeving beïnvloed. Die invloed betekent dat mensen die in zo’n omgeving wonen zich eerder terugtrekken, geen vertrouwen hebben in de medemens en zich inderdaad behoorlijk veel eenzamer kunnen voelen.
Het is daarom zonder meer een feit dat het verbeteren van de woonomgeving invloed kan hebben op de gevoelens van eenzaamheid van mensen. Onderzoek in Glasgow heeft uitgewezen dat mensen in dergelijke omstandigheden zich meer eenzaam voelen. Het maakte niet uit of je in een beter of slechter huis woonde en ook niet hoe lang je in een bepaalde wijk woonde: de omgeving die minder veilig wordt ervaren correleert hoog met de ervaren eenzaamheid.
Buurtgevoel
Vaak wordt gedacht dat de omgeving enorm kan bijdragen aan ervaren eenzaamheid en onze intuïtie is het daarmee eens. Maar het aantal onderzoeken dat werkelijk gemeten heeft of een een relatie is tussen omgeving en eenzaamheid is minimaal.
Onderzoek onder jongeren liet zien dat zij zich minder eenzaam voelen als de school in de buurt hen ondersteunt en als ze in de buurt mensen kennen waar ze mee omgaan. Daar zit wel een addertje onder het gras: als een jongere daar geen gebruik van maakt, door gebrek aan persoonlijke competenties, wordt ie niet minder eenzaam. Dus kun je je ernstig afvragen of het de buurt is die eenzaam maakt, of dat het gebrek aan competenties iets is dat samenhangt met hun sociaaleconomische situatie, en dus met de buurt waar ze wonen.
Onderzoek in en om Eindoven heeft laten zien dat daar vrijwel geen verschil bestaat in ervaren eenzaamheid, ongeacht de omgeving, in elk geval onder ouderen.
Conclusie
De (fysieke) omgeving is van nadelige invloed op eenzaamheid, voor zover die omgeving een gevoel van dreiging oproept bij de inwoners. Er is geen ondersteuning te vinden voor de stelling dat meer ontmoetingsruimtes eenzaamheid kunnen verminderen.
Natuur
Los van de vraag of het eenzaamheid vermindert, is er wel degelijk veel bewijs voor het feit dat een natuurlijk omgeving, met veel groen, bijdraagt aan het welbevinden van mensen. In die zin kan het verbeteren van de omgeving zeker bijdragen aan de gezondheid en vitaliteit, nodig om eenzaamheid zelf te kunnen verminderen. Maar dit zijn letterlijk en figuurlijk: omgevingsfactoren. Wil je eenzaamheid verminderen, dan is een aanpak op omgvingsniveau niet de beste keus. Een aanpak op identiteitsniveau wel.
[1] The Children’s Society: Loneliness in childhood: Exploring loneliness and well-being among 10-17 year olds