Lost vrijwilligerswerk Eenzaamheid op?
“Ga vrijwilligerswerk doen, dan leer je mensen kennen.” Dat is het advies dat je wel krijgt wanneer je vertelt dat je je eenzaam voelt. Het klinkt logisch. Je komt ergens, je ontmoet mensen, je doet iets nuttigs. Zingeving. Onder de mensen komen. Probleem opgelost, toch?
Niet altijd, vaak zelfs echt niet
Laten we beginnen met wat eenzaamheid met je brein doet. Eenzaamheid is een alarmsignaal. Je brein registreert een tekort aan verbinding en schakelt over op overlevingsmodus. Het begint sociale signalen anders te interpreteren. Een neutrale blik wordt wantrouwen. Een vriendelijk gebaar wordt verdacht. Je brein beschermt je tegen afwijzing door overal afwijzing te zien.
Dit is geen bewuste keuze. Dit gebeurt automatisch. En het verandert hoe je je gedraagt in sociale situaties. Als je nog niet zo lang last hebt van eenzaamheid en je zoekt naar een manier om eruit te komen, dan zou vrijwilligerswerk zo’n gek idee nog niet zijn. Als het bij je past. Maar als je langer last hebt van eenzaamheid, misschien al vanaf je jeugd, dan heb je een eenzaam brein. (Lees er hier meer over).
Op pad met je eenzame brein
Nu ga je vrijwilligerswerk doen met dat brein. Je komt binnen bij een organisatie, een verzorgingshuis, een voedselbank, een dierenasiel. Daar zijn andere vrijwilligers. Die kennen elkaar al. Die hebben hun eigen grapjes, hun vaste koffiepauzes, hun onderonsjes. Jij bent nieuw.
Je brein, al op scherp, registreert elk signaal. Iemand kijkt misschien niet op wanneer je binnenkomt. Dat voelt meteen als bewijs dat je niet welkom bent. Twee mensen praten zachtjes met elkaar. Jouw eenzaam brein laat je denken dat ze het over jou hebben. Niemand vraagt of je meegaat lunchen. Ze willen je er duidelijk niet bij hebben.
Achterdochtige blik
Misschien klopt geen van deze interpretaties. Misschien was die ene persoon gewoon geconcentreerd bezig. Misschien hadden die twee het over iets privés. Misschien wist niemand dat je graag mee zou willen lunchen. Maar jouw brein ziet het anders. Het verzamelt bewijs voor wat het al verwachtte: je hoort er niet bij.
En dan gebeurt er iets interessants. Je gedrag past zich aan. Je trekt je iets terug. Je neemt iets minder initiatief. Je glimlacht iets minder breed. Niet veel, maar net genoeg. En de andere vrijwilligers? Die merken dat ook op. Niet bewust, maar ergens voelt het alsof je er niet helemaal bij wilt horen. Dus ze gaan niet extra hun best doen. Het wordt een self-fulfilling prophecy. Je eenzaamheid creëert het gedrag dat ervoor zorgt dat je eenzaam blijft.
Focus op de taak
Maar er is meer. Vrijwilligerswerk heeft een specifieke sociale structuur. Je bent er om iets te dóén. Om maaltijden te bezorgen, om honden uit te laten, om oudere mensen gezelschap te houden. De focus ligt op de taak, niet op jou. En dat is fijn, maar daardoor lost het jouw probleem niet op.
Wanneer je je eenzaam voelt, heb je geen taak nodig. Je hebt verbinding nodig. Echte verbinding. Iemand die vraagt hoe het met je gaat en écht wil weten wat je antwoordt. Iemand bij wie je kwetsbaar kunt zijn. Iemand met wie je lacht om iets stoms, die je belt wanneer er iets leuks gebeurt, die naast je staat wanneer het moeilijk is. Die band krijg je niet van vijf uur per week dozen inpakken bij de voedselbank. Of van welk vrijwilligerswerk dan ook, als jij gevangen zit in die eenzaamheid.
Zeker, je bent tussen mensen. Jullie doen samen iets goeds. Maar zijn dat jouw mensen? Deel je interesses, levensfase, humor? Of zijn het gewoon toevallige medewrijwilligers die ook op dinsdagochtend tijd hebben? In plaats van bewust te kiezen met welke mensen jij wilt omgaan, is het als schieten met hagel: het kan leuk zijn, maar het kan ook enorm tegenvallen.
Naast elkaar, losjes
Vaak is het dat laatste. En dat maakt verbinding moeilijk. Je kunt aardig naast elkaar functioneren, vriendelijk zijn, misschien zelfs af en toe een praatje maken. Maar het blijft oppervlakkig. Niemand kent je echt. Niemand mist je wanneer je er niet bent. En aan het einde van de dag ga je weer alleen naar huis, met het gevoel dat je het geprobeerd hebt en het tóch niet werkt.
Dat gevoel is vernietigend. Want nu heb je niet alleen je eenzaamheid. Nu heb je ook het bewijs dat zelfs de dingen die zouden moeten helpen, niet helpen. Je hebt gedaan wat iedereen zei dat je moest doen. En het heeft niks opgelost.
Deze gedachten dringen zich op…
Misschien ligt het aan jou, denk je dan. Misschien ben jij gewoon niet iemand die erbij hoort. Misschien is er iets mis met je. En je brein, dat al wantrouwig was, krijgt daar weer bevestiging van. De negatieve spiraal draait verder. Er is nog een ander probleem. Vrijwilligerswerk wordt vaak gezien als therapie voor eenzaamheid. Maar het is geen therapie. Het is activiteit. Activiteit kan afleiden, kan structuur geven, kan je het gevoel geven dat je iets nuttigs doet. Maar het pakt de kern niet aan.
De kern is: waarom lukt verbinding niet? Wat gebeurt er in je brein dat ervoor zorgt dat je contact maakt maar het niet vasthoudt? Hoe doorbreek je die patronen van wantrouwen en terugtrekken? Hoe bouw je echte, wederzijdse relaties op? Daar heb je geen vrijwilligerswerk voor nodig. Daar heb je inzet voor nodig van iemand die weet wat ie doet. Begeleiding. Hulp. Misschien therapie. Iemand die snapt wat eenzaamheid met je doet en die je helpt om anders naar sociale situaties te kijken en anders te reageren.
Goed bedoeld
Tja, toch krijg je het advies om vrijwilligerswerk te doen. We zullen het erop houden dat het goed bedoeld advies is.
Het is niet dat vrijwilligerswerk verkeerd is. Voor sommige mensen werkt het prima. Vooral voor degenen die zich nog niet zo lang eenzaam voelen. Mensen die zich een beetje verveeld voelen, die hun sociale kring willen uitbreiden, die gewoon meer onder de mensen willen zijn. Die iets voor een ander, voor de maatschappij willen betekenen. En misschien wil jij dat ook wel. Maar pak dan eerst je eenzaamheid aan. Dan kan het fantastisch zijn.
Voor iemand die echt vastgelopen zit in eenzaamheid? Voor iemand bij wie het brein al maanden of jaren op hyperalert staat? Voor iemand die na elke sociale situatie thuiskomt met het gevoel gefaald te hebben? Voor hen is het vaak een doodlopende weg die het probleem bevestigt in plaats van oplost.
Baat het niet dan schaadt het wel
Voor veel medicijnen geldt: baat het niet, dan schaadt het wel.
Daarom moet je nooit zo maar in het wilde weg medicijnen slikken. Dat weet iedereen. Voor de aanpak van eenzaamheid geldt hetzelfde: doe je iets verkeerds, iets wat niet bij je past, dan kun je zo teleurgesteld worden door eenzaamheid, dat je denkt: ‘laat mij maar, het lukt met mij toch nooit’. Dat is doodzonde. Niemand is geboren als eenzaam mens en niemand zou zich eenzaam moeten voelen
Eenzaamheid is geen gebrek aan activiteit. Het is een gebrek aan verbinding. En verbinding ontstaat niet vanzelf door in dezelfde ruimte te zijn. Het vraagt om kwetsbaarheid, om tijd, om wederzijdse interesse. Het vraagt om mensen die jou zien, niet alleen als medevrijwilliger, maar als persoon. Maar het vraagt in de eerste plaats om een aanpak van dat eenzame brein.
Niet doen!
Dus wanneer iemand je vertelt dat je vrijwilligerswerk moet gaan doen om je eenzaamheid op te lossen, bedank die persoon voor de lieve suggestie en ga je eigen weg. Zoek serieuze hulp en je voelt je verrassend snel herboren.
Het is verdrietig dat veel mensen niet weten wat ze anders moeten adviseren. Dat ze denken dat iets doen beter is dan niks doen. Maar soms is de verkeerde actie erger dan geen actie. Soms zorgt het ervoor dat je nog harder in de verkeerde richting loopt.
Je eenzaamheid verdient een beter antwoord dan “ga vrijwilligerswerk doen.” Het verdient iemand die begrijpt wat er aan de hand is. Die je helpt om te begrijpen wat er in je brein gebeurt en die jou kan leren hoe je daar anders mee om kunt gaan.



