De DSM-5 is een standaardwerk dat psychische stoornissen definieert en classificeert. Het biedt een systematische onderverdeling van psychische stoornissen, van de meest voorkomende tot de zeldzaamste, met alle bijbehorende criteria.
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. De DSM-5 is een publicatie van de American Psychiatric Association (APA). De Engelstalige editie verscheen in mei 2013.
De DSM wordt sinds 1952 gebruikt binnen de psychiatrie om te zorgen dat een zo groot mogelijke uniformiteit wordt bereikt bij het stellen van een diagnose. Psychische problemen zijn lastig in woorden te vatten. De DSM zorgt ervoor dat symptomen duidelijk omschreven zijn, precies gedefinieerd is welk symptoom voorkomt bij welk ziektebeeld en hoeveel symptomen er moeten zijn om te spreken van een bepaald syndroom of ziektebeeld.
Groeiende inzichten
In de loop van de jaren is er behoorlijk wat veranderd binnen de omschrijving van de DSM. Daaruit blijkt al dat psychische problemen nu eens zus, dan weer zo worden beschouwd. Eenzaamheid heeft geen plaats binnen de DSM. Dat wil zeggen, ook in de oudere versies van de DSM (die fundamenteel anders in elkaar zaten, maar waar ook nergens eenzaamheid was opgenomen) werd wel degelijk gesproken over eenzaamheid. Maar dan als symptoom van iets anders, als het ware als een bijproduct van de ‘echte’ stoornis.
Onzorgvuldig
Voor een zo zorgvuldig ontstaan boekwerk, waar tientallen wetenschappers en praktijkmensen meer dan een halve eeuw aan gesleuteld hebben is dat goed beschouwd verbijsterend. Een nergens gedefinieerd symptoom gebruiken om andere verschijnselen te omschrijven en dan hopen dat je daarmee een psychische stoornis kunt beschrijven is wel erg onzorgvuldig. Dit laat zien hoe weinig eenzaamheid als zelfstandig fenomeen op het netvlies van onderzoekers en hulpverleners staat en hoe vanzelfsprekend anderzijds de aanwezigheid van eenzaamheid is.
DSM V en eenzaamheid
Er gaan stemmen op om eenzaamheid ook op te nemen in de DSM. De afgelopen 20 jaar is het onderzoek naar eenzaamheid sterk uitgebreid. We weten nu dat eenzaamheid een enorm negatieve invloed heeft op iemands leven en dat miljoenen mensen dagelijks lijden onder eenzaamheid. Ook de gezondheidsrisico’s van langdurige eenzaamheid zijn enorm.
Eenzaamheid is een normale prikkel, net als honger en dorst. Eenzaamheid als zodanig opnemen in de DSM lijkt dan ook niet voor de hand liggend. Chronische eenzaamheid heeft zulke ingrijpende invloeden op het brein dat het opnemen van chronische eenzaamheid in de DSM te verdedigen is. Eenzaamheid opnemen in de DSM wordt vurig bepleit door Jan van der Ploeg, die in dit artikel uit 2019 uiteenzet hoe hij erover denkt.
Geen DSM, geen vergoeding van hulp
Nu eenzaamheid als zelfstandig fenomeen niet is opgenomen in de DSM, heeft dat gevolgen voor de financiering van hulp. Psychische hulp wordt in Nederland uitsluitend vergoed als de aandoening voorkomt in de DSM. De enige manier om hulp te krijgen bij eenzaamheid is dan ook door het onder te brengen bij een andere aandoening. Zo krijgen mensen een label dat hen stigmatiseert, alleen maar om de hulp betaald te krijgen.
Zolang hulp bij de aanpak van eenzaamheid niet wordt vergoed is er geen financiële prikkel voor een hulpverlener om zich te verdiepen in het onderwerp om mensen te helpen. Je kunt er geen droog brood mee verdienen in een maatschappij die verwacht dat hulp bij geestelijke problemen wordt vergoed. Opleidingen doen hun best niet om deskundigheid in huis te halen en bijscholingen voor de aanpak van eenzaamheid zijn niet populair.
Als 40% van de bevolking aangeeft zich te vaak te veel eenzaam te voelen is het opnemen van dat fenomeen inde DSM misschien wel een beetje raar. Na de corona-maatregelen en de lockdowns heeft zelfs 60% tot 80% (jongeren) van de bevolking last van eenzaamheid. Als bijna de helft van de bevolking het heeft, is het dan niet een normale status quo te noemen?
Zeker. Net zoals ooit sterven in het kraambed een normale zaak was. Of je water drinken uit de gracht waar je net je ontlasting in had gedumpt. Toen we niet beter wisten vonden we dat normaal. Zo is het nu met eenzaamheid.
Misschien is het daarom beter voor jezelf op te komen door deskundige hulp in te roepen en die zelf te betalen.