De apotheker als redder van de eenzame mens?
Over de overschatting van goede bedoelingen en het negeren van het sociale brein
“De apotheker kan het verschil maken in de strijd tegen eenzaamheid,” staat er in een recent artikel van Srivastava et al. (2025) in Frontiers in Public Health. O.K. het gaat niet over apothekers in Nederland, maar ook bij ons leeft het idee dat professionals (welke dan ook) de aangewezen figuren zijn om eenzaamheid te signaleren en te verwijzen naar hulp. Waarbij dan vaak gedacht wordt aan allerlei sociale initiatieven.
Een mooi idee — maar hoe goedbedoeld ook, het laat zien hoe weinig we nog echt begrijpen van wat eenzaamheid is. Vooropgesteld, ik heb een bloedhekel aan de term ‘eenzame mens’. Het is alsof je door eenzaamheid wordt gedefinieerd. Je kunt last hebben van eenzaamheid en veel last hebben van eenzaamheid, maar dat is het dan ook wel.
De apotheker als vertrouwenspersoon – een brug te ver
De auteurs stellen dat apothekers, dankzij hun bereik en deskundigheid, ideaal zijn om het gesprek aan te gaan met mensen die zich eenzaam voelen. Een charmant beeld: de apotheker achter de toonbank die, tussen de recepten door, ook het sociale welzijn meet. De werkelijkheid is anders. Wie zich écht eenzaam voelt, laat dat zelden zien. Eenzaamheid herkennen is dan ook een overschatting van wat we als mens kunnen. Eenzaamheid gaat vaak schuil achter volkomen normaal gedrag. En waar we somberheid zien – misschien door chronische ziekte of pijn – zouden we eenzaamheid kunnen vermoeden waar het totaal niet aan de orde is. Eenzaamheid schuilt in het brein – dat door langdurige isolatie anders gaat werken: mensen worden wantrouwend, hyperalert op afwijzing, minder ontvankelijk voor warmte.
Aan de balie zie je natuurlijk wel iemands stemming. Maar eenzaamheid herkennen doe je niet. Zelfs al zou je dat wel kunnen, wat dan? Eenzaamheid los je niet op met een folder of een verwijzing.
Eenzaamheid is geen bijsluiterprobleem
Het idee dat we via de apotheek sociale pijn kunnen signaleren, past in een bredere trend: we medicaliseren eenzaamheid. We maken het hanteerbaar – alsof het een tekort aan contacten is dat je kunt aanvullen met een dosis menselijk contact. Maar eenzaamheid is geen vitaminegebrek. Het is een veranderde staat van het brein die maakt dat contact niet meer vanzelfsprekend veilig voelt. Wie dat niet weet, verwijst met de beste bedoelingen iemand door… naar de volgende teleurstelling.
Daarom is kennis van het sociale brein geen luxe, maar noodzaak. Kennis van het sociale brein, maar ook kennis van wat eenzaamheid doet met dat brein. Want wie dat niet weet, zal bijna onvermijdelijk de fout in gaan bij het denken over eenzaamheid. Dus ook bij verwijzen.
“Meer contact” is niet altijd beter
Veel onderzoek blijft steken in de gedachte dat meer sociaal contact automatisch minder eenzaam betekent.
Dat is een misvatting.
Eenzaamheid draait niet om kwantiteit, maar om wederzijdse relaties die je behoefte aan verbondenheid bevredigen. Maar helaas, die komen niet uit de lucht vallen. Als het brein beschadigd is geraakt door langdurige afwijzing of trauma of eenzaamheid, dan moet het eerst leren vertrouwen voordat verbinding weer kan landen. Dat is werk voor deskundigen die weten wat er in dat brein gebeurt — niet voor de apotheker die tussen de recepten nog een praatje probeert te maken.
Eenzaamheid vraagt om kennis, om geduld, om relationele vaardigheden. De apotheker kan daarin een rol spelen, ja — maar dan als goed geïnformeerde doorverwijzer, niet als spontane gespreksbegeleider. En dat vraagt eerst bewustwording: wát gebeurt er eigenlijk bij eenzaamheid? Wat doet het met de hersenen, met gedrag, met zelfbeeld?
Zonder die kennis wordt elke verwijzing een gok.
De apotheker als redder van de eenzame mens?
Goed verwijzen is niet zo heel moeilijk te realiseren. Eenzaamheid goed aanpakken ook. Dat kun je leren. Ook als je je al jaren eenzaam voelt. Maar dan wel met de juiste aanpak. Daarom is het hoognodig dat professionals als de apotheker (en de dokter, de tandarts, de fysio, kortom, wie het maar wil weten) de basiskennis van de neurobiopsychologie van eenzaamheid kennen. Zodat ze kunnen verwijzen naar echte deskundigen. Zoals de Nederlandse eenzaamheidspecialisten.